25. Kanselarij der Nederlandse Orden

Constitutioneel 

Kanselarij der Nederlandse Orden

De Kanselarij der Nederlandse Orden huisvest het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde en ondersteunt deze bij hun advisering over de voorstellen tot decoratie. Aan het hoofd van de Kanselarij staat de Kanselier der Nederlandse Orden.

Artikel 111 Grondwet

Ridderorden worden bij de wet ingesteld.

De Kanselarij:

  • geeft advies aan de regering over de instelling of wijziging van onderscheidingen en

herinneringsmedailles;

  • beheert de versierselen van de onderscheidingen;
  • zorgt voor de verzending van onderscheidingen aan degenen die ze uitreiken;
  • onderhoudt de registers van onderscheiden personen; en
  • verzorgt de ambtelijke preadvisering van de decoratieaanvragen.

Het Koninkrijk der Nederlanden kent drie ridderorden:

• de Militaire Willems-Orde

• de Orde van de Nederlandse Leeuw

• de Orde van Oranje-Nassau

Het Kapittel der Militaire Willems-Orde adviseert over aanvragen voor verlening van een koninklijke onderscheiding in de Militaire Willems-Orde. Sinds 1955 is hij slechts twee maal toegekend, namelijk aan de Eerste Poolse Parachutisten Brigade in 2006 en aan Marco Kroon in 2009. De Militaire Willems-Orde is in 1815 ingesteld en heeft vier graden:

• Ridder der vierde klasse

• Ridder der derde klasse

• Commandeur

• Ridder Grootkruis

Het Kapittel voor de Civiele Orden adviseert over alle voorstellen tot verlening van koninklijke onderscheidingen in de Orde van de Nederlandse Leeuw en van Oranje-Nassau.

In artikel 111 van de Grondwet staat dat ridderorden bij de wet worden ingesteld. Rond Koningsdag is er de jaarlijkse ‘lintjesregen’. Dan worden in het gehele Koninkrijk der Nederlanden ‘lintjes’ uitgereikt aan mensen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de samenleving. Er kan ook op andere momenten in het jaar een lintje worden uitgereikt.

De Orde van de Nederlandse Leeuw is in 1815 ingesteld. Er zijn drie graden:

  • Ridder Grootkruis
  • Commandeur
  • Ridder

De in 1892 ingestelde Orde van Oranje-Nassau heeft sinds 1996 zes graden:

• Lid

• Ridder

• Officier

• Commandeur

• Grootofficier

• Ridder Grootkruis

Geschiedenis

In de middeleeuwen waren ridderorden gemeenschappen van ridders. Ze werden opgericht om specifieke taken te vervullen, zoals de bescherming van het Heilige Graf. Deze ridders behoorden tot de adelstand. Later werd het woord ‘ridderorden’ alleen gebruikt voor het onderscheidingsteken. De vorst gebruikte zo’n ridderorde als een bewijs van zijn gunst. Oorspronkelijk werden ridderorden alleen aan adellijke personen uitgereikt. In de loop der eeuwen is de verbinding tussen ridderorden en adel verdwenen. In de periode van de Republiek der Verenigde Nederlanden waren er geen orden. Wel werden er destijds 'triumphpenningen' in goud of zilver uitgereikt aan militairen, wegens moed of uitstekend beleid.

In 1806 stelde koning Lodewijk Napoleon de Orde van de Unie in. Daarmee wordt hij beschouwd als de grondlegger van de allereerste officiële Nederlandse civiele orde. Toen Nederland in 1810 onderdeel werd van Frankrijk verviel de Orde van de Unie. Om deze te vervangen, stelde Napoleon in 1811 de Orde van de Réunie in. Toen Napoleon in 1815 definitief werd verslagen, verdween ook deze orde.

Het huidige decoratiestelsel vindt zijn oorsprong in 1815, toen de juist gekroonde koning Willem I zowel de Militaire Willems-Orde als de Orde van de Nederlandse Leeuw instelde. Beide orden waren gebaseerd op verdiensten en niet verbonden met adeldom. Ze waren bedoeld om met name de opmerkelijke militaire of civiele prestaties van een persoon te belonen. De eerste decorandus was in 1815 de Prins van Oranje-Nassau, die tijdens de veldtocht tegen Napoleon gewond was geraakt.

De behoefte aan een derde Nederlandse orde werd allengs duidelijk. Met name om buitenlandse diplomaten koninklijk te kunnen onderscheiden, maar ook om mensen uit de lagere klassen en standen een koninklijk schouderklopje te kunnen geven. Deze ontwikkeling leidde in 1892 - in de tijd dat Koningin Emma als regentes van het koninkrijk optrad voor haar minderjarige dochter Wilhelmina - tot de instelling van de derde Nederlandse orde: de Orde van Oranje-Nassau.

Vanaf 1965 beraadden diverse commissies en werkgroepen zich op een herziening van het decoratiestelsel, om het aan te passen aan de moderne tijd. In opdracht van de regering werd in 1982 de Commissie-Portheine ingesteld, die de basis legde voor een nieuw en democratischer decoratiestelsel.

In 1994 werd het Nederlandse decoratiestelsel voor wat betreft de civiele orden - na 180 jaar en bijna dertig jaar discussie - ingrijpend herzien. Deze herziening werd bij wet geregeld. Voor de nadere uitvoering van de wet werd voor beide orden een ordereglement ingesteld. Bij de Militaire Willems-Orde veranderde er niets.

Met de herziening hebben de beide civiele orden weer een heel eigen karakter gekregen. In beide gevallen geldt dat veel sterker dan voorheen de persoonlijke bijzondere verdiensten voor de samenleving van de decorandus worden gehonoreerd, zonder dat rang, stand of automatisme daarbij een rol spelen.

Een uitzondering vormen de volksvertegenwoordigers. De beoordeling van hun functioneren vindt immers reeds plaats door de verkiezingen voor de vertegenwoordigende organen. In artikel 14 van het ordereglement wordt de decoratieverlening aan volksvertegenwoordigers beschreven. Daardoor wordt voorkomen dat het functioneren van leden van controlerende organen met een direct kiezersmandaat onderwerp wordt van beoordeling door de gecontroleerde organen zelf.

Vanaf de Algemene Gelegenheid in 1996 werd er voor het eerst gedecoreerd onder de werking van het herziene stelsel. Sindsdien stijgt het aantal decoraties gestaag en blijkt dat mensen uit steeds bredere lagen van de samenleving worden gedecoreerd.

Architectuur

Het pand van de Kanselarij maakt deel uit van een monumentale neogotische gevelwand die in het midden van de negentiende eeuw is gebouwd in opdracht van koning Willem II. De neogotische en symmetrische huizenwand is uniek in ons land. Het pand was vroeger bestemd voor hofdignitarissen (dienaren van de Kroon). Een interessant bouwkundig element is de historische 'porte-cochère', een doorgang voor koetsen die uniek is voor Den Haag.