7. Binnenhof - Ridderzaal

Constitutioneel 

Ridderzaal

De Ridderzaal is bekend vanwege zijn functie op Prinsjesdag. In artikel 65 van de Grondwet wordt Prinsjesdag, de derde dinsdag van september, genoemd. Op die dag leest de koning of een plaatsvervanger in een gezamenlijke vergadering van de Eerste en de Tweede Kamer de troonrede voor. De troonrede is de door de ministers geschreven toelichting op het te voeren beleid voor het komende parlementaire jaar. Daarna presenteert de minister van Financiën in de Tweede Kamer een koffertje met daarin de rijksbegroting. Hierin staan de geplande inkomsten en uitgaven van de regering. Elk ministerie dient daartoe een eigen begrotingswet in. De rijksbegroting gaat vergezeld van de miljoenennota, die een algemene toelichting geeft op het economische en financiële beleid van de regering. In de twee dagen na Prinsjesdag debatteert de Tweede Kamer met het voltallige kabinet tijdens de algemene beschouwingen over de troonrede en de miljoenennota.

Artikel 65 Grondwet

Jaarlijks op de derde dinsdag van september of op een bij de wet te bepalen eerder tijdstip wordt door of namens de koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid gegeven.

Geschiedenis

Koning Willem I begon in 1814 met de traditie van Prinsjesdag. Eerst was Prinsjesdag op de eerste maandag in november, daarna op de derde maandag in oktober en vervolgens op de derde maandag in september. Uiteindelijk werd in 1887 besloten dat de derde dinsdag in september Prinsjesdag moest worden.

Sinds 1904 wordt de troonrede uitgesproken in de Ridderzaal. In 1903 werd de gouden koets voor het eerst ingezet op Prinsjesdag. De gouden koets kreeg Wilhelmina cadeau van de inwoners van Amsterdam bij haar inhuldiging als koningin. De koets is niet van massief goud; het frame en de opbouw zijn van Javaans hout gemaakt en dat is bedekt met een héél dun laagje bladgoud.

De traditie van het koffertje is in 1947 begonnen. Minister van Financiën Piet Lieftinck wilde de eerste rijksbegroting na de Tweede Wereldoorlog in stijl aanbieden aan de Tweede Kamer. Hij nam de presentatie van de begroting in een koffertje over van de Engelsen, waar de koffertjestraditie al veel langer bestond.

Tien jaar later, in 1957, dreigde de traditie van het koffertje bijna verloren te gaan toen minister Hendrik Jan Hofstra de rijksbegroting gewoon in zijn aktetas mee naar het Binnenhof nam. Een groep studenten was het hier niet mee eens en bood de minister demonstratief een nieuw koffertje aan. Waar dat koffertje is gebleven, weet niemand. Maar minister Hofstra nam het jaar daarop het echte koffertje toch weer in de hand om er de rijksbegroting mee aan te bieden. Het koffertje waarmee de minister van Financiën nu de rijksbegroting en de miljoenennota aanbiedt, is sinds 1964 in gebruik. Het is een geschenk van de Staatsdrukkerij en gemaakt van geitenperkament. Van binnen is het bekleed met blauwe zijde.

Overigens past niet de gehele rijksbegroting in het koffertje. Er zitten maar een paar stukken in; de rest krijgt de voorzitter van de Tweede Kamer later uitgereikt.

Architectuur

Het Binnenhof was ooit een echt binnenhof van een kasteel. Dit kasteel werd gebouwd rond 1234 in opdracht van graaf Willem II. De Grote Zaal van dat kasteel werd gebouwd in de tweede helft van de dertiende eeuw in opdracht van graaf Floris V. Die Grote Zaal kennen we nu als de Ridderzaal.
Achter de Ridderzaal ligt de Rolzaal, die door graaf Willem II als woonruimte werd gebruikt. Later werd de Rolzaal een rechtszaal van het Hof van Holland. Naast de Rolzaal is de Lairessezaal. Deze vroegere Civiele Kamer van het Hof van Holland is bij de restauratie in 1898-1905 teruggebracht naar de staat uit 1688, met zeven wandschilderingen op doek door schilder Gerard de Lairesse.

De Ridderzaal was in het begin omgeven door muren en torens en lag in een dubbele grachtengordel. Midden veertiende eeuw werden enkele grachten samengevoegd tot de Hofvijver.

Vermoedelijke architect van de Ridderzaal is Gerard van Leyden. De bouwstijl is Scheldegotiek. De Ridderzaal is in de negentiende eeuw gerestaureerd door de architect Pierre Cuypers. Hij verwijderde veel aanpassingen en bijgebouwen. Zo kreeg de Ridderzaal zijn middeleeuwse karakter terug.