9. Eerste Kamer

Constitutioneel

Eerste Kamer

Hoofdstuk 3 van de Grondwet gaat over de Eerste en Tweede Kamer. Samen vormen zij de Staten-

Eerste Kamer - Hofvijver

Generaal, het Nederlandse parlement. De artikelen 50 tot en met 72 van de Grondwet bepalen onder meer wie er mogen stemmen, hoe de verkiezingen van de Eerste en Tweede Kamer verlopen, wie er lid mogen zijn van de Eerste en Tweede Kamer en wat de taken van beide Kamers zijn.

Artikel 55 Grondwet

De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten. De verkiezing wordt, behoudens in geval van ontbinding der kamer, gehouden binnen drie maanden na de verkiezing van de leden van provinciale staten.

De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden die als regel op dinsdag bijeenkomen voor de plenaire vergaderingen van de Kamer. De meeste Eerste Kamerleden vervullen de rest van de week elders in de samenleving hun hoofdberoep. De hoofdtaak van de Eerste Kamer is het vellen van een integraal oordeel over een wetsvoorstel. Daarbij let de Eerste Kamer vooral op de kwaliteit, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het voorstel. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel niet amenderen, wel verwerpen. Door mondelinge en schriftelijke gedachtewisseling met d eregering, het indienen van Kamermoties en het uitlokken van toezeggingen oefent de Eerste Kamer vaak aanzienlijke invloed uit op de uitleg en toepassing van nieuwe wetgeving.
Eerste Kamerleden kunnen eveneens schriftelijke vragen aan de regering stellen over onderwerpen die niet direct met een wetsvoorstel te maken hebben. Van dit recht maken zij echter maar beperkt gebruik. Controle van het actuele regeringsbeleid wordt in de eerste plaats als een taak van de Tweede Kamer gezien. Over het langetermijnbeleid van de regering worden enige malen per jaar beleidsdebatten gehouden. Ook besteedt de Eerste Kamer veel aandacht aan Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen. Om de diepgang en samenhang in haar werkzaamheden te versterken organiseert de Eerste Kamer geregeld conferenties, symposia en expertmeetings.
De plenaire vergaderingen van de Eerste Kamer zijn voor publiek toegankelijk. Wie de plenaire vergadering wil bijwonen kan – voor zover er plaats is – het debat volgen op de publieke tribune (ingang Binnenhof 23). De voortgang van de behandeling van bij de Eerste Kamer ingediende wetsvoorstellen is te volgen op de website www.eerstekamer.nl ; over de behandeling van Europese dossiers is uitgebreide informatie te vinden op de website www.europapoort.nl.

Geschiedenis

Nederland kent sinds de grondwetswijziging van 1815 een tweekamerstelsel. Toen werd de 1814 bestaande Staten-Generaal gesplitst in een Eerste en Tweede Kamer. Aanvankelijk werden de leden van de Eerste Kamer benoemd door de koning. Sinds 1848 kiezen de leden van de Provinciale Staten de Eerste Kamerleden. In 1917 werden de vereisten voor lidmaatschap van Tweede en Eerste Kamer ge;lijk en in 1922 werd ook bij de Eerste Kamerverkiezingen het stelsel van evenredige vertegenwoordiging ingevoerd. Sinds 1983 wordt de Eerste Kamer niet langer voor een termijn van zes jaar (met vernieuwing van de helft om de 3 jaar), maar om de vier jaar in haar geheel gekozen.

Architectuur

Het gebouw van de Eerste Kamer, gevestigd aan Binnenhof 22 - in de zuidwestelijke hoek van het Binnenhof - heeft een rijke historie. De gebouwen dateren uit het midden van de vijftiende eeuw. Prins Maurits is één van de bewoners van het pand geweest. In zijn opdracht werd de hoektoren aan de rand van de hofvijver gebouwd, de zogenaamde Mauritstoren. In 1651 werd een gedeelte van het complex afgebroken en verrees hier het door de architect Pieter Post ontworpen vergadergebouw van de Staten van Holland en West-Friesland.
Sinds 1849 vinden de zittingen van de Eerste Kamer in de grote vergaderzaal plaats.
 Het interieur van de vergaderzaal van de Eerste Kamer is in 1994-1995 grondig gerestaureerd. Vooral het rijk gedecoreerde plafond met schilderingen van Nicolaes Wielingh en Andries de Haen is indrukwekkend. Ook het levensgrote schilderij van Koning Willem II geschilderd door J.A. Kruseman trekt de aandacht. Dit schilderij schonk de koning in 1848 aan de Eerste Kamer toen aan zijn directe bemoeienis met de Eerste Kamer een eind kwam.
Aan de wanden hangen portretten (in de vorm van medaillons) van beroemde raadspensionarissen van de vroegere Staten van Holland, zoals Johan van Oldenbarneveldt en Johan de Witt.